Acceptatie van genetisch gemodificeerde micro-organismen
op basis van verschillende levensbeschouwingen.*
Een studie naar de motieven van vegetariërs, New-Agers, moslims en de mensen met een christelijke moraal om
genetisch gemodificeerde micro-organismen geheel of gedeeltelijk af te wijzen dan wel toe te staan.
Conclusies
Ondanks de schijn dat het gebruikt van genetisch gemodificeerde micro-organismen (ggmo) geen controversieel punt meer is (de discussie gaat over planten, dieren en mensen), tonen de in het verslag genoemde voorbeelden, dat er wel degelijk haken en ogen zitten aan het toepassen ervan. De standpunten van de vier geanalyseerde levensbeschouwingen zijn hier samengevat weergegeven.
De vegetariërs zijn niet onder een noemer te brengen. Degenen die vegetarisch leven op filosofische gronden wijzen genetische modificatie als geheel af, terwijl de vegetariërs, die het vegetarisme zien als een houding die gevolgd zou moeten worden, de acceptatie meer baseren op een kosten-baten-analyse van hun idealen en, vooral, wetenschappelijke resultaten. In dit geval is het niet direkt een acceptatie als wel een tolereren van de ggmo. Dit kan dan uitmonden in een niet afwijzend staat tegenover voedingsmiddelen als vegetarische kaas of medicijnen die vervaardigd zijn met behulp van moderne biotechnologie, en zal dan zelfs een geprezen oplossing kunnen zijn. Vertaald naar een mogelijke verandering van het beleid rondom ggmo hoeft in dat geval zeker niet uit te monden in een stop op de biotechnologie. In ieder geval kan wel gesteld worden dat er, meer dan nu (en strenger), een case-by-case benadering gevolgd zal worden.
New Age aanhangers wornde vrij gelaten in de interpretatie van de ideeën die verbonden zijn aan het Nieuwe Tijds denken. Negatieven leggen het uit als een ongebreidelid profiteren ter meerdere ere en glorie van zichzelf, waarbij genetische modificatie mogelijk een hulpmiddel zou kunnen zijn om het eigen leven te verbeteren. Wordt echter de nadruk gelegd op de spiritualiteit (= medeverantwoordelijkehid), dan wordt alle genetische modifcatie afgewezen. Aspecten als het holisme, de transmigratie van de zielen, het natuurlijke evenwicht en de ongelijke verdeling als gevolg van het kapitalisme voeren de boventoon in de afwijzing. Of er een wijziging in het beleid te verwachten valt in de (nabije) toekomst, is echter niet te verwachten. Er is een rotsvaste afkeer van de huidige manier van politiek bedrijven, wordt deze politek gewijzigd, dan is het zeer wel mogelijk dat er ook een verandering ten opzichte van het beleid zal komen ten gunste van het verhinderen van de technologie van de genetische modificatie.
Ook de moslims maken geen onderscheid in de toepassingen van genetische modificatie tussen micro-organismen en het hogere leven. Zij wijzen genetische modificatie in principe ook af. Dit omdat het indruist tegen de natuur zoals Allah die geschapen heeft (en nog steeds schept).
De ontwikkeling van het menselijk handelen is in drie niveaus ingedeeld. Het eerste niveau is dat van de vormende handelingen, het tweede dat van de filosofie en mystiek van het islamitisch geloof, het derde is iets tussen de Profeet en Allah. De wetenschap en techniek behoren tot het eerste niveau, maar deze handelingen moeten altijd in zijn context bekeken worden, daar het universum als een geheel beschouwd moet worden, dat gedaan wordt door de wijzen van het tweede niveau.
Er is echter een uitzondering op de afwijzing van genetische modificatie, te weten de gezondheid, dat boven alles gaat. Medicijnen gemaakt op basis van ggmo zijn alleen dan toegestaan als het een levensreddend medicijn betreft, en als hiermee verantwoord met de natuur omgegaan kan worden, waarbij het laatste gebaseerd moet zijn op een uitspraak van het tweede niveau. Er moet dus een verandering in de benadering van ggmo komen ten opzichte van het huidige beleid, waarbij eerst alle toepassingen omtrent medicijnen vervaardigd met behulp van ggmo tegen het licht gehouden moeten worden alvorens de technologie een halt toe te roepen, of in een zeer beperkte mate ermee door te gaan. Wat betreft de overige toepassingen kan dus gezegd worden dat zij geen steun krijgen van de moslims.
Een analyse van het christendom bracht aan het licht dat christenen zowel voor als tegen genetische modificatie kunnen zijn. Zowel het "ja, mits"-standpunt van de mensen met een transcedent godsbeeld, als het "nee, tenzij" dat voortvloeit uit een immanent godsbeeld kan in in beide gevallen leiden tot een acceptatie of een afwijzing van genetische modificatie. Er blijft dan nog wel een achterdeurtje om een toepassing toe te staan. Dit achterdeurtje wordt voornamelijk gebruikt om de ggmo goed te praten: ten eerste, wanneer de al-scheppende acitviteit van God benadrukt wordt, waarbij de mens God als het ware mag "helpen" de schepping te veranderen. Ten tweede het concept van de soortsgrenzen, welke ontkracht kan worden door te kijken naar de DNA-structuur, welke voor alle organismen uit dezelfde bouwstenen is opgebouwd (i.e. A, C, T en G).
Ondanks dat het concept van de soorstgrenzen dus ontkracht kan worden, zien zij toch een verschil tussen micro-organismen en hogere organismen, wat voortkomt uit de idee dat micro-organismen erg nietige levensvormen zijn, en iets kleins minder gevaren met zich mee zou brengen dan hogere organismen.
Het verschil tussen de argumenten voor acceptatie door christenen, en mensen met een christelijk normen en waarden patroon ligt dan ook niet in het feit dat er een deel van het geloof weggelaten zou worden, daar deze al een niet-negatieve houding met zich mee kan brengen, maar in het feit dat een aspekt van het christendom overbelicht wordt, te weten de vooruitgangsidee. De lineaire geschiedsvisie van het christendom is verder uitgewerkt tot ene nieuwe ideologie, de mythe van de vooruitgang. Het recht van de sterksten, zowel in de biologie als in de economie (het kapitalisme) is het dogma. De wedloop naar meer en betere "machines" is hun belangrijkste punt. De evolutie van de mens wordt gezien als een evolutie van de macht van de mens over de natuur, genetische modificatie is in dat opzicht het summum van de bezitsdrang, de macht en de kennis te hebben om de biologische evolutie naar de eigen hand te zetten en te creëren naar eigen behoefte. Dat de mens zijn eigen god, de schepper, is geworden.
Gezien de verschillende benaderingen, standpunten, mogelijke achterdeurtjes en soms schadelijke toepassingen van ggmo, is het raadzaam (en hoog nodig) om een open publieke discussie te voeren voor een beleid omtrent ggmo (dat nu bestaat uit het gelaten tolereren van ggmo). Hierbij dienen dan niet slechts de rationele aspecten belicht te worden, zoals nu gedaan wordt door de betrokken multinationals, maar juist aandacht gegeven wordt aan de morele aspecten die eraan ten grondslag liggen. Zij houden meer in dan nu in de, beperkte, discussies mondjesmaat naar voren komen. En voor zover er nu een discussie gaande is, wordt deze voornamelijk gevoerd door ethici, met een (meestal) theologische achtergrond. Nu is het christendom (en de mensen met een christelijke moraal) wel de meest vertegenwoordigde stroming in Nederland, maar voor een standpuntsbepaling is het zeer raadzaam ook andere morele argumenten mee te nemen. Hiermee zou dan een draagvlak onder de bevolking gecreeerd kunnen worden, welke nu ontbreekt.
Uit de analyses van de verschillende levensbeschouwingen bleek, dat bij zowel vegetariërs, de New Agers als de moslims de mogelijkheid kan bestaan dat zij niet altijd afwijzend staan tegenover het toepassen van ggmo. Het lijkt er daarom op dat, wanneer de publieke discussie plaats heeft gevonden, het resultaat zal zijn dat analoog aan de benadering van genetische modificatie bij planten, dieren en mensen, een case-by-case benadering van de mogelijke toepassingen gewenst is, in plaast van het volmondige "ja"-beleid dat er nu is bij de micro-organismen. Een inperking van het gebruik is in dat geval te verwachten. Een voorwaarde hiervoor is dan wel, dat micro-organismen voor vol aangezien moeten worden, i.e. als volwaardige organismen: ook al zijn ze nog zo klein, ze zijn het wel degelijk en ze hebben meer invloed op het leven op aarde dan enig ander organisme.
Voor meer informatie kan je me een email sturen.
________________________
* Dit drie-maands afstudeervak is in 1997 uitgevoerd bij de vakgroep Toegepaste Filosofie aan de LandbouwUniversiteit Wageningen.